Statuten

Statuten van de Vereniging

(De Vereniging Nederlandse Federatie van Vrienden van Musea)

Statuten van De Vereniging Nederlandse Federatie van Vrienden van Musea, zoals deze luiden blijkens akte van statutenwijziging op 21 mei 2019 verleden voor mr. Rudolf Peter Karel Joseph van Gerven, notaris te Nijmegen

Naam
Artikel 1
De vereniging draagt de naam:
De Nederlandse Federatie van Vrienden van Musea.

Zetel
Artikel 2
Zij is gevestigd te Amsterdam

Doel
Artikel 3
De vereniging heeft ten doel:
a. het behartigen van de belangen van rechtspersonen die zich het verlenen van steun in de meest uitgebreide zin des woords aan een museum ten doel stellen (“museum-vriendenorganisaties”);
b. het verhogen van de deskundigheid van de sub a. bedoelde rechtspersonen;
c. het verlenen van steun aan de sub. A. bedoelde rechtspersonen.

Artikel 4
De vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door:

  • het onderhouden van contacten met de leden, de overheden, de museale instantie en de internationale museumvriendenorganisaties;
  • het verstrekken van adviezen op het gebied van fiscale, juridische en economische aangelegenheden en op het gebied van vrijwilligerswerk, en al hetgeen verder ter bereiking van het doel bevorderlijk kan zijn.

Middelen
Artikel 5
De middelen van de vereniging bestaan uit:
a. jaarlijkse bijdragen van leden, vastgesteld conform het bepaalde in artikel 10;
b. donaties;
c. subsidies;
d. andere baten die de vereniging verkrijgt.

Leden
Artikel 6

  1. De vereniging kent leden.
  2. Lid kunnen zijn rechtspersonen die zich het verlenen van steun in de meest uitgebreide zin des woords aan een museum ten doel stellen.
  3. Een lid dient, voor zover de vertegenwoordiging niet geschiedt door een in de statuten van dat lid aangewezen bestuurder of een daarin aangewezen andere functionaris, voor de uitoefening van de
  4. lidmaatschapsrechten, een ter beoordeling van de voorzitter van de vereniging genoegzame schriftelijke volmacht over te leggen.
  5. De secretaris houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
  6. Ieder lid van de vereniging onderschrijft de “Ethische Code voor Musea”.

Toelating
Artikel 7
1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden.
2. Bij niet-toelating tot lid kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

Einde van het lidmaatschap

Artikel 8
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door opzegging door het lid;
b. door opzegging door de vereniging: deze kan geschieden wanneer het lid heeft opgehouden aan de vereisten van het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
c. door ontzetting: deze kan geschieden wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid geschiedt schriftelijk aan het bestuur.
4. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts schriftelijk geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee maanden.
Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
5. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
6. Een lid kan zijn lidmaatschap ook met onmiddellijke ingang opzeggen binnen één maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie. Een lid is niet bevoegd tot onmiddellijke opzegging van zijn lidmaatschap voor het geval van wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen.
7. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
8. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering.
Het betrokken lid wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
9. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

Begunstigers
Artikel 9
1. Begunstigers zijn zij die zich bereid verklaard hebben de vereniging financieel te steunen met een door de algemene vergadering vast te stellen minimum-bijdrage.
2. Begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.
3. Het bestuur beslist omtrent de toelating van begunstigers.
4. De rechten en verplichtingen van een begunstiger kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage over het lopende verenigingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd.
5. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur.
6. Behalve de overige rechten die aan begunstigers bij of krachtens deze statuten worden toegekend, hebben zij het recht deel te nemen aan de activiteiten van de vereniging.

Jaarlijkse bijdragen
Artikel 10
De leden en de begunstigers zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering wordt vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen.

Algemene vergadering
Artikel 11
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
2. De algemene vergadering heeft ondermeer de volgende taken en bevoegdheden;
a. Het vaststellen van het algemeen beleid;
b. Het vaststellen van de begroting;
c. Het benoemen, schorsen en ontslaan van de leden van het bestuur;
d. Het nemen van een besluit tot het wijzigen van de statuten en ontbinding van de vereniging;
e. Het vaststellen van de jaarlijkse bijdrage van de leden;
f. Het goedkeuren van de besluiten van het bestuur als vermeld in artikel 19 leden 4 en 5.
3. De algemene vergadering vergadert tenminste éénmaal per jaar. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen ondermeer aan de orde:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 20 met het verslag van de aldaar bedoelde deskundige;
b. voorziening in eventuele vacatures;
c. voorstellen van de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
4. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls als het bestuur dit wenselijk oordeelt.
5. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 15.

Toegang en stemrecht
Artikel 12
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden en begunstigers van de vereniging. Geen toegang hebben geschorste leden, behoudens het bepaalde in de volgende volzin, en geschorste bestuursleden. Een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld en is bevoegd over het besluit tot schorsing het woord te voeren.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist het bestuur.
3. Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is, heeft één stem.
4. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen.

Voorzitterschap Notulen
Artikel 13
1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Ontbreekt de voorzitter, dan treedt één der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de secretaris na vaststelling worden ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.

Besluitvorming van de algemene vergadering
Artikel 14
1. Het ter algemene ledenvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Alle stemmingen over de benoeming van personen geschieden schriftelijk.
Alle overige stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of een der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
6. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan weder niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken.
Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij de voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht.
Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
7. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
8. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn dezen niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig óf vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen -dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding - ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.

Bijeenroeping algemene vergadering
Artikel 15
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 11 lid 4. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 6. De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste twee weken.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 21 en 22.

Bestuur
Artikel 16
1. Het bestuur bestaat uit een door het bestuur te bepalen aantal van tenminste vijf personen.
2. De benoeming van bestuursleden geschiedt door de algemene vergadering.
3. Bestuursleden dienen (bestuurs)lid te zijn van een lid van de vereniging.
4. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, opgemaakt door het bestuur, behoudens het bepaalde in lid 6. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Ieder nieuw bestuurslid dient vóór de benoeming een Verklaring Omtrent Het Gedrag (VOG) te overleggen.
5. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering. genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden vertegenwoordigd is.
6. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus.
7. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.

Einde bestuurslidmaatschap
Artikel 17
1. Elk bestuurslid. ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd. kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk vier (4) jaar na zijn benoeming af. De aftredende is éénmaal herkiesbaar.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
b. door overlijden;
c. door bedanken.

Bestuursfuncties - Besluitvorming van het bestuur
Artikel 18
1. De voorzitter wordt in functie benoemd. Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. Het bestuur kan voor elke functionaris als bedoeld in de eerste en tweede volzin van dit artikel uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend. Het bepaalde in artikel 14 leden 1 en 2 is van overeenkomstige toepassing.
3. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.

Bestuurstaak - Vertegenwoordiging
Artikel 19
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het bestuur is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene ledenvergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding, of bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen derden beroep worden gedaan.
5. Het bestuur behoeft de goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot het aanvragen van faillissement en surséance van betaling met betrekking tot de vereniging. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen derden geen beroep worden gedaan.
6. Onverminderd het in de laatste volzin van lid 4 bepaalde wordt de vereniging vertegenwoordigd:
a. hetzij door het bestuur;
b. hetzij door twee bestuursleden samen waaronder hetzij de voorzitter hetzij de secretaris en hetzij de penningmeester.

Jaarverslag - Rekening en verantwoording
Artikel 20
1. Het verenigingsjaar loopt van één januari tot en met éénendertig december.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit de werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een jaarvergadering als bedoeld in artikel 11 lid 2, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijnen waarbinnen de rekening en verantwoording dienen te worden afgelegd kan ieder lid van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks een kascommissie van tenminste twee leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De in de vorige volzin benoemde commissie onderzoekt de stukken als bedoeld in de tweede volzin van lid 3 van dit artikel. De commissie brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
5. De goedkeuring door de algemene vergadering strekt het bestuur tot décharge over zijn in het afgelopen jaar gevoerde bestuur, voorzover dit uit de rekening en verantwoording blijkt.
6. Het bestuur is verplicht de bescheiden als bedoeld in de leden 2 en 3 van dit artikel gedurende tien jaren te bewaren.

Statutenwijziging
Artikel 21
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Een besluit tot statutenwijziging kan uitsluitend genomen worden op voorstel van het bestuur.
3. Bij de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging, moet tenminste vier weken vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel. waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld, aan alle leden toegezonden.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.
5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neder te leggen ten kantore van de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welker gebied de vereniging haar woonplaats (zetel) heeft.

Ontbinding
Artikel 22
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene ledenvergadering. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van artikel 21 is ten aanzien van een besluit tot ontbinding van overeenkomstige toepassing.
2. Een eventueel batig saldo van de ontbonden vereniging wordt besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling als de doelstelling van de vereniging of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling als de doelstelling van de vereniging heeft.
3. Ter vereffening van het vermogen van de ontbonden vereniging treden de bestuursleden op als vereffenaars.
4. Op vereffenaars zijn van toepassing de bepalingen dezer statuten omtrent de benoeming, de schorsing en het ontslag van bestuursleden. Een vereffenaar heeft dezelfde bevoegdheden, plichten en aansprakelijkheid als een bestuurslid, voorzover deze verenigbaar zijn met zijn taak als vereffenaar. Overigens zijn van toepassing de artikelen 23 tot en met 24 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Geschillen
Artikel 23
In geschillen omtrent de interpretatie van de tekst van deze statuten of omtrent zaken waarin niet of in onvoldoende mate door deze statuten wordt voorzien, beslist de algemene vergadering.

Huishoudelijk reglement
Artikel 24
1 De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
2 Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.

ANBI
Artikel 25
De vereniging is gehouden de geldende voorwaarden van de algemeen nut beogende instellingen na te leven, zoals deze thans zijn opgenomen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de daarbij behorende Uitvoeringregeling, en welke ondermeer als volgt luiden.
1. De vereniging beoogt uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen belang te dienen.
2. De bestuurders en de leden van de vereniging voldoen aan de integriteitseisen.
3. De vereniging heeft niet ten doel het maken van winst. De eventuele winst wordt aangewend ter bevordering van het doel van de vereniging.
4. Besluiten ten aanzien van de bestemming van het vermogen van de vereniging worden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn zodat geen van de bestuurders over het vermogen van de vereniging kan beschikken als ware het zijn eigen vermogen.
5. De vereniging houdt niet meer vermogen aan dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van de doelstelling van de vereniging, een ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 1b lid 2 van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen.
6. De vereniging kent een actueel beleidsplan, dat door het bestuur wordt opgesteld, Het beleidsplan geeft inzicht in:
a. De door de vereniging te verrichten werkzaamheden ter verwezenlijking van haar doelstelling;
b. De wijze van verwerving van inkomsten door de vereniging;
c. Het beheer van het vermogen van de vereniging;
d. De besteding van het vermogen van de vereniging.
7. Het bestuur is gehouden de administratie van de vereniging zodanig in te richten dat daaruit duidelijk blijkt:
a. Welke bedragen er aan de bestuurders zijn betaald;
b. Welke kosten de instelling heeft gemaakt;
c. Wat de aard en omvang van de inkomsten en het vermogen van de vereniging is.
8. De beheerskosten dienen in redelijke verhouding te staan tot de besteding ten behoeve van het doel van de vereniging.
9. Het bestuur is gehouden via internet op elektronische wijze informatie met betrekking tot de vereniging openbaar te maken.